Een bekende rabbijn ging op reis om een jongere rabbijn te bezoeken, die vermaard was om zijn godsdienstige kennis en zijn vroomheid. Toen de oudere rabbijn zag hoezeer de jongeman in studie en gebed opging, raakte hij zeer onder de indruk. Hij vroeg hem wat het geheim was van zijn niet aflatende toewijding. De jongere rabbijn antwoordde dat hij door de volledige concentratie op zijn studie in staat was alle invloeden van buitenaf te negeren.
Het was de oudere man niet ontgaan dat een aantal inwoners uit het nabijgelegen dorp zich bezighielden met zaken die allesbehalve vroom waren. Hij sprak tot de jongere rabbijn:
`Als het erg koud is, kun je twee dingen doen om warm te worden. Je kunt een bontjas aantrekken, of een vuur maken. Het verschil is dat de bontjas alleen de drager van die jas warmte geeft, terwijl het vuur iedereen die er dichtbij komt, verwarmt`.