Lees deze brief minstens eenmaal per week en sla er niets van over. Doe wat erin geschreven staat en wandel ermee over de paden van God, moge Hij gezegend zijn, opdat je zult slagen in alle opzichten en de Komende Wereld zult verdienen, die verborgen ligt voor de rechtvaardigen. Moge de Hemel iedere dag dat je deze brief zult lezen, al je hartenwensen beantwoorden. Amen, Sela!
Hoor mijn zoon, de raad van je vader, en verloochen niet de leringen van je moeder. Gedraag je altijd zodanig dat al je woorden aangenaam klinken voor iedereen en ten alle tijde. Dat zal voorkomen dat je je kwaad maakt, want dat is een slechte karaktereigenschap, die een mens ertoe kan brengen te zondigen. Onze geleerden, hun aandenken zij tot zegen, hebben gezegd: Eenieder die kwaad is, wordt beheerst door Gehinnom, zoals het gezegd werd: „Gooi de boosheid van u af en verwijder het slechte uit uw lichaam.” Met „het slechte” wordt hier Gehinnom bedoeld, zoals het gezegd werd: „En de booswicht is bestemd voor de dag van het kwaad.” En wanneer je gered wordt van boosheid, zal de eigenschap van nederigheid in je hart opgaan, en dat is de beste eigenschap van alle goede eigenschappen, zoals het gezegd werd: „Het gevolg van nederigheid is het ontzag voor God.”
Door nederigheid zal ontzag voor God in je hart opgaan want het zal je er altijd aan herinneren: waar je vandaan komt en waarheen je gaat, en dat je bij je leven niets meer bent dan een rups of een worm, net zoals na je dood; en voor Wie je zal berecht worden, voor de Koninklijke Majesteit, zoals het gezegd werd: „Al de hemelen en de hemelen van de hemelen kunnen U niet bevatten” – „Hoeveel te minder de harten van de mensen!” Er werd ook gezegd: „Vul Ik niet de hemel en de aarde? zegt God.”
Wanneer je aan al deze dingen bedenkt, zal je je Schepper eerbiedigen, en word je beschermd van zondigen, en dan zal je gelukkig zijn met je deel. En wanneer je je nederig en bescheiden gedraagt tegenover iedereen, en God eerbiedigt en de zonde vreest, dan zal de Sjechina – de Geest van God– en de uitstraling van Zijn Heerlijkheid op je rusten en je zult leven in de Komende Wereld.
En nu, mijn zoon, weet en zie in, dat ieder die zich verheven voelt boven een andere, die rebelleert tegen het Koningschap van de Hemel, want hij kleedt zich met de koningsmantel van de Hemel, zoals het gezegd werd: „God regeert, hij heeft zich in Majesteit gekleed.” Waarom zou men zich trots voelen? Vanwege rijkdom? Het is God die arm en rijk maakt. Wegens eer? Die behoort aan God toe, zoals wij kunnen lezen: „Rijkdom en eer komen van U.” Dus hoe kan men zich tooien met de eer van God? En wie trots is op zijn wijsheid, die weet natuurlijk ook dat „God de spraak wegneemt van de zelfverzekerden en de rede van de wijzen.”! Zo zien wij dat iedereen hetzelfde is voor de Alomtegenwoordige, want met Zijn toorn verlaagt Hij de trotse en als Hij het wil, verheft hij hen die gevallen zijn. Dus laat je vallen, en de Alomaanwezige G-d zal je opheffen.
Daarom wil ik nu aan je uitleggen hoe men zich altijd nederig kan gedragen. Spreek altijd vriendelijk, met je hoofd gebogen, met je ogen naar de grond gericht, maar met je hart naar boven gericht. Kijk niet in het gezicht van degene tegen wie je spreekt. Beschouw iedereen als groter dan jij. Wanneer de ander wijs of rijk is, behandel hem dan met het nodige respect. Als hij arm is en jij bent rijker – of wijzer – dan hij, beschouw jezelf dan alsof je meer schuldig bent dan hij en alsof hij meer verdiensten heeft dan jij, want wanneer hij zondigt, dan is dat bij vergissing of uit onwetendheid, maar jij doet het expres of zou beter moeten weten.
Bij al je daden, in woorden en gedachten, beschouw jezelf altijd alsof je voor de Heilige, gezegend zij Hij, staat, en alsof Zijn Sjechina boven je hangt, want Zijn heerlijkheid vult de hele wereld. Spreek met eerbied en ontzag, zoals een dienaar die voor zijn meester staat. Wees bescheiden tegenover iedereen. Wanneer iemand je roept, antwoordt dan niet met luide stem, maar zacht en beschaafd, zoals iemand die voor zijn meester staat.
Leer altijd vlijtig Tora, zodat je de geboden kunt uitvoeren. Wanneer je opstaat van het leren, ga dan nog eens na of er iets is van wat je geleerd hebt, dat je in praktijk kunt brengen. Ga je eigen daden na, zowel ’s ochtends als ’s avonds, dan zal je alle dagen berouw doen – tot inkeer komen.
Verwijder alle wereldse gedachten tijdens je gebed. Bereidt je hart voor op God, reinig je gedachten en bedenk wat je gaat zeggen voordat de woorden uit je mond komen. Wanneer je dit doet bij al je dagelijkse bezigheden, of die belangrijk zijn of niet, dan zal je niets verkeerds doen. Dan zullen al je woorden, daden en gedachten zuiver zijn, en je gebed zal gehoord worden door God, geloofd zij Hij, zoals er geschreven staat: „Leid hun hart, luister naar hen.”
Wat eist God van u? Rechtvaardig te handelen, weldadigheid te beoefenen en bescheiden met Hem om te gaan. (Micha 06:08)